Vanaf 1 januari stapt het Kadaster over op vierkantsmeting. Hiermee komt de eeuwenoude techniek van de driehoeksmeting te vervallen. Het zal nog twee jaar duren voordat alle nieuwe kaarten beschikbaar zijn.
Driehoeksmeting
Een driehoeksmeting of triangulatie is een meting waarbij men gebruik maakt van de eigenschap van een driehoek dat de driehoek volledig is bepaald wanneer we een zijde (de basis) en de aanliggende hoeken kennen. De methode werd voor het eerst beschreven door de Nederlandse wiskundige Gemma Frisius (1508-1555). Bij de driehoeksmeting wordt gebruik gemaakt van formules uit de goniometrie, met name de sinusregel.
Met behulp van driehoeksmeting zijn de Rijksdriehoekscoördinaten in het driehoeksnet bepaald. Op deze wijze heeft men heel Nederland opgemeten.
Vierkantsmeting
Bij vierkantsmeting wordt gewerkt met punten die loodrecht ten opzichte van elkaar liggen. Vierkantsmeting heeft de volgende voordelen boven driehoeksmeting:
- Elk van de vier punten van een vierkant vormt met zijn twee buren een rechthoekige driehoek. Dit maakt het rekenwerk eenvoudiger (Pythagoras!).
- Aangezien een vierkant uit vier driehoeken bevat is het eindresultaat vier maal nauwkeuriger dan bij een driehoeksmeting.
- Doordat de meetpunten in een vierkant liggen, kunnen deze gemakkelijk worden omgerekend naar coördinatenstelsels zoals geografische informatiesystemen en GPS-systemen gebruiken.
De basis van het nieuwe Rijksvierkantennet wordt gevormd door de snijpunten van de coördinatenstelsels op de topografische kaarten 1:25.000 zoals die door de topografische dienst kadaster worden uitgegeven. Het inmeten van de punten begint in 2010. Verwacht wordt dat het nog zeker tot 2012 zal duren voordat alle punten zijn ingemeten en de verbeterde kaarten beschikbaar zijn.

1 april