De Joodse werkkampen vormen een vrijwel onbekend stuk geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. Zelfs het aantal werkkampen is onbekend. Ook ontbreekt informatie over de juiste locaties en het aantal dwangarbeiders per kamp.
De werkverrruimingskampen waren aan het eind van de crisisjaren dertig van de vorige eeuw door de “Rijksdienst voor de Werkverruiming” gebouwd om werklozen in het kader van de werkverschaffing te huisvesten. Een aantal van deze kampen werd in 1942 ontruimd om plaats te maken voor werkloos geworden Joodse mannen. Deze kampen blijken uiteindelijk een voorportaal te zijn van deportatie naar kamp Westerbork en vandaar naar de vernietigingskampen in het Oosten van Europa.
Door steeds strenger wordende regels van de nazi’s raakte de Joodse gemeenschap in Nederland in de eerste oorlogsjaren meer en meer onderdrukt. In 1942 zijn de nazi’s begonnen met de daadwerkelijke “Judenendlösung”, het vernietigingsplan waarbij uiteindelijk 6.000.000 joden, onder wie 105.000 Nederlandse Joden, zijn vermoord.
De werkkampen hebben in dit vernietigingsplan een belangrijke rol gespeeld om de Joodse mannen van hun gezinnen te isoleren. Door de maatregelen van de nazi’s waren alle Joden werkloos geworden. Begin 1942 kregen de Joodse mannen een oproep om gekeurd te worden voor tewerkstelling in de werkkampen. Deze keuring stelde weinig voor. Vrijwel iedereen, hoe arbeidsongeschikt ook, werd goedgekeurd.
Hoewel velen het niet eens waren met de maatregel, durfden zij niet te weigeren. Dit mede door het advies van de Joodse Raad om toch vooral gehoor te geven aan de oproep van de bezetter. Bij weigering zouden sancties volgen tegen de weigeraar en zijn familie.
De mannen, eerst voornamelijk uit het westen van het land, later uit heel Nederland, moesten huis en haard verlaten om ver weg te gaan werken in de meer dan veertig werkverruimingskampen vooral in Noord- en Oost Nederland. Zij verrichtten werkzaamheden van algemeen belang, zoals ontginningswerkzaamheden en bosbouw , o.a. voor de toenmalige Heidemaatschappij.
Ondanks het harde werken hadden de mannen in het begin van hun verblijf in de werkkampen nog wel de nodige vrijheid en mochten zich in hun vrije tijd ook buiten het kamp begeven. In het voorjaar en de zomer van 1942 veranderden de omstandigheden in de werkkampen. Het werk werd zwaarder, de rantsoenen en lonen minder, verlof en bezoek werden beperkt. Op de brieven kwam censuur en er werd steeds zwaarder gestraft.
De angst en onzekerheid werd groot toen de eerste deportaties naar kamp Westerbork begonnen. Omdat de mannen met hun familie herenigd zouden worden, melden sommigen zich vrijwillig aan.
Op de avond van 2 oktober 1942 meldden SS’ers zich bij de Joodse werkkampen, zgn. om er te overnachten. Sommige Joodse mannen roken onraad en probeerden te ontvluchten. De familieleden van de kampbewoners waren inmiddels door de Duitsers van huis gehaald en ook op transport gesteld naar kamp Westerbork.
Op de ochtend van 3 oktober 1942 werden alle Joodse werkkampen leeggehaald en werd iedereen naar kamp Westerbork gebracht. Op zo’n grote hoeveelheid mensen was het kamp uiteraard niet berekend en daardoor werden de mensen vrijwel direct gedeporteerd naar de vernietigingskampen in Oost-Europa, waar de meesten binnen veertien dagen zijn vermoord!
Ook de Provincie Overijssel had Joodse werkkampen. Zie onderstaande kaart.
In onze regio waren er Joodse werkkampen in Balderhaar en Kloosterhaar. De werkkampen waren vrijwel allemaal op dezelfde manier ingericht. Een barak bood plaats aan 8 mensen.De werkkampen Balderhaar en Kloosterhaar hadden ieder een capaciteit van 96 personen.
Op vrijdag 10 juli 1942 kwam de eerste groep Joodse arbeiders aan op het station van Mariënberg, vanwaar ze met bussen naar de werkkampen Balderhaar en Kloosterhaar werden vervoerd . Ook deze Joodse mannen werden ingezet bij de ontginningswerkzaamheden.
Op 2 oktober 1942 kwamen ook hier ’s avonds de SS’ers, die de volgende dag alle mannen lieten afvoeren naar Westerbork.
Ter nagedachtenis aan deze werkkampen worden steeds meer monumenten opgericht op de locatie van de werkkampen. De Stichting Joodse werkkampen Friesland/Drenthe heeft een ontwerp laten maken door het Friesland College te Leeuwarden.
In 2005 werden 2 monumenten geplaatst in Balderhaar en Kloosterhaar. De werkgroep Joodse werkkampen Kloosterhaar/Balderhaar heeft ook gekozen voor hetzelfde ontwerp.
Op 27 april opende het herinneringskamp Westerbork een website speciaal voor de Joodse werkkampen. Naast een algemeen historisch overzicht van de kampen bevat deze website een opsomming per provincie. Daarbij wordt van elk werkkamp niet alleen een overzicht gegeven van de geschiedenis, maar ook van de sporen in het landschap, de monumenten en de aanwezige materialen in de archieven.
Bronnen:
Website Joodse werkkampen van het herinneringskamp Westerbork.
Boekje Joodse werkkampen Balderhaar en Kloosterhaar door werkgroep Joodse werkkampen.
Met dank aan Freddie Ekkel, Kloosterhaar, voor foto’s en kaartmateriaal.
sjonge jonge wat erg dat dit gebeurd is gelukkig was ik er zelf niet bij
Kunt u mij aan de namen helpen van de Joodse werkkampen in limburg , Noord brabant en Groningen ?
Ik kan helaas uw kaart niet (meer) vergroten, dus is dit niet meer zichtbaar.
Het is een erg interessant artikel.
ik vond na enig zoeken de kaart bij het overzicht dat door westerbork is samengesteld, u kunt daar per provincie klikken. http://www.joodsewerkkampen.nl/kaartvannederland.html in Groningen moet een werkkamp geweest zijn bij Hornhuizen, ik vond een ansichtkaart daarvan op http://www.chgs.nl/zoekresultaat?n_o_m=pager&query=hornhuizen&pageSize=100&view=caption&nrhitspage=100&nrhitslijstpage=20&list=0&page=1&view=record.
Veel kampen die aanvankelijk voor de Dienst Uitvoering Werkverruiming (in de volksmond: de werkverschaffing) zijn gebouwd zijn tijdens en na de oorlog door bezetter dan wel het Militair Gezag voor diverse doeleinden gebruikt.
Tijdens de oorlog bijvoorbeeld als Joods werkkamp, maar ook door Duitsgezinde organisaties.
Tegen het einde van de oorlog stonden veel kampen leeg.
Het Militair Gezag vorderde sommige werkkampen ten behoeve van de opvang van ‘politieke delinquenten’, Duitse militairen, en heel veel Nederlanders die ‘fout’ waren in de oorlog.
Veel van deze Internerings- of bewaringskampen zijn terug te vinden op de kaart Kampen in Nederland 1940-1950 (https://www.google.com/maps/d/viewer?mid=1eER3YdSj_qaOxRFQJhWukpPuQNs&usp=sharin)
Op deze kaart ontbreken vreemd genoeg onze werkkampen Balder- en Kloosterhaar?